Gevangenisgeld 1833 (1 Centiem)
Uit de collectie, Paul Callewaert.
Gevangenisgeld, tuchthuis Gent.
Materiaal: Koper.
Massa: 1,94 gram.
Diameter:
Ø 17,2 mm.
Aanmaakplaats: Munthuis Brussel (22/12/1832)
Datering: 1833
Voorzijde: Binnen een geparelde boord (medailleslag).
ROYAUME DE BELGIQUE
Koninkrijk van België.
GAND / 1833
Gent, 1833
Centraal, een punt.
Keerzijde: Binnen een geparelde boord (medailleslag).
MONNAIE FICTIVE
Fictive munt/valuta
Centraal de waardebepaling
1 CENTIME
Lit.: Antoine Bockstaele, Het Huis-en gevangenisgeld in België. Numismatica Herentals, Gevangenis van Gent.
Het Gentse tuchthuis aan de Coupure werd in 1775 opgericht en was de eerste staatsinstelling voor het interneren van bedelaars en landlopers.
In de volksmond het "Rasphuis" genoemd. Gedetineerden werden aan het werk gezet voor het raspen van Braziliaans verfhout.
De betaalpenningen werden gebruikt als loon voor bepaalde werkzaamheden.
En kon enkel met betaald worden binnen de instelling.
Het huisgeld werd bij invrijheidsstelling omgewisseld tegen gangbare munt.
Gevangenisgeld 1833 (5 Centiem)
Keerzijde: Binnen een geparelde boord (medailleslag).
MONNAIE FICTIVE
Fictive munt/valuta
Centraal de waardebepaling
5
CENTIME
Vijf centiem.
Lit.: Antoine Bockstaele, Het Huis-en gevangenisgeld in België. Numismatica Herentals, Gevangenis van Gent.
Het Gentse tuchthuis aan de Coupure werd in 1775 opgericht en was de eerste staatsinstelling voor het interneren van bedelaars en landlopers.
In de volksmond het "Rasphuis" genoemd. Gedetineerden werden aan het werk gezet voor het raspen van Braziliaans verfhout.
De betaalpenningen werden gebruikt als loon voor bepaalde werkzaamheden.
En kon enkel met betaald worden binnen de instelling.
Het huisgeld werd bij invrijheidsstelling omgewisseld tegen gangbare munt.