Dobbelsteenspelers "De vrije Steenlossers"
Penning "De vrije Steenlossers".
De juiste functie/datering van deze penning is onbekend.
Materiaal: Lood/tin legering.
Massa: Onbekend.
Diameter: Ø 40 mm.
Aanmaakplaats: z.pl. Gent.
Datering: z.j. Ca.1870-1880.
Voorzijde: Binnen een geprofileerde boord.
Centraal in het veld.
Een hoorn naar rechts, hangend aan een geknoopt lint.
Omschrift:
VRY STEEN LOSSERS
Keerzijde: Binnen een geprofileerde boord.
Een ruitvormig geplaatste teerlingbak.
Waarin vier dobbelstenen.
Lit.: Ghendtsche Tydinghen, Tweemaandelijks Tijdschrift van de Heemkundige en Historische Kring Gent V.Z.W. 22e jaargang nr.4 15 juli 1993, Gezelschapsleven te Gent in de 19e begin 20e eeuw pag. 207-214.
Minard-Van Hoorebeke, Description de méreaux et autres objects anciens Gildes et Corps de Métiers églises, etc. Steenlossers pag.354 nr.356.
Minard schrijft deze onterecht toe aan de gilde van Steenlossers.
400 jaar "De Fonteine" 1848
Gedenkpenning op 400 jaar rederijkerskamer "De Fonteine".
Materiaal: Brons.
Massa: 52,33 gram.
Diameter: Ø 50 mm.
Aanmaakplaats: z.pl. Onbekend.
Datering: 1848
Voorzijde: Binnen een versierde boord.
Onder een brandende olielamp, in gotisch schrift.
Vierhonderdjarig
Jubelfeest
1848
Onderaan twee samengebonden lauriertakken.
500 jaar "De Fonteine" 1948
Gedenkpenning op 500 jaar rederijkerskamer "De Fonteine".
Materiaal: Brons.
Massa: Onbekend.
Diameter: Ø 79 mm.
Aanmaakplaats: z.pl. Gent.
Graveur/ontwerper: Leo Vindevogel (1923-1977)
Datering: 1948
Voorzijde: Binnen een gladde boord.
Centraal in het veld.
Het wapenschild van de stad Gent.
Omschrift
♦ GHENDT ♦
HOV ENDE TROV
Keerzijde: Binnen een gladde boord.
Centraal in het veld.
Het wapenschild van de Fonteinisten.
Omschrift
♦ ALST ♦ PAST ♦ BI APETITE ♦
1448 ♦ GENT ♦ 1948
Lit.: Museum voor Volkskunde Gent (1989) Gentse penningen 1780-1980, pag.186 nr.G66.
M.Heins, Gand, sa vie Tome III pag.263-265.
De Koninklijke Soevereine Hoofdkamer van Rethorica De Fonteine is een Gentse rederijkerskamer die onder bescherming stond van de H. Drievuldigheid en draagt als devies "Alst past bi apetite". Zij werd reeds in 1448 erkend door de stadsmagistraat en kende een suprematie niet alleen over de Gentse, maar over alle Vlaamse gezelschappen. Zij organiseerden ook tornooien.
"De Fonteine" raaktein de tweede helft van de 18de eeuw in verval om uiteindelijk te verdwijnen. In 1787 werd ze echter opnieuw opgericht. De titel "Koninklijk" draagt ze reeds 1819. In 1871 besloot de Gentse gemeenteraad enkel nog de toneelafdeling van de kamer te subsidiëren en vanaf dan heeft "De Fonteine" zich toegespitst op het bevorderen van het hedendaags amateurtoneel.